Statenvertaling
Toen zeide de koning van Israël tot Jósafat: Heb ik tot u niet gezegd: Hij zal over mij niets goed, maar kwaads profeteren?
Herziene Statenvertaling*
Toen zei de koning van Israël tegen Josafat: Heb ik niet tegen u gezegd: Hij zal over mij niets goeds profeteren, alleen maar onheil?
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen sprak de koning van Israël tot Josafat: Heb ik u niet gezegd: hij profeteert over mij niets goeds, maar enkel onheil?
King James Version + Strongnumbers
And the king H4428 of Israel H3478 said H559 unto H413 Jehoshaphat, H3092 Did I not H3808 tell H559 - H413 thee that he would prophesy H5012 no H3808 good H2896 concerning H5921 me, but H3588 - H518 evil? H7451
Updated King James Version
And the king of Israel said unto Jehoshaphat, Did I not tell you that he would prophesy no good concerning me, but evil?
Gerelateerde verzen
Lukas 11:45 | Spreuken 10:24 | Spreuken 27:22 | 1 Koningen 22:8 | Spreuken 29:1